Er is dus sprake van noodzakelijke deskundigheid van de docent, die in deze gevallen nog te vaak ontbreekt.

Door deze stoornis gaat er veel van de lessen voorbij aan de leerlingen.

M met zijn ADHD is snel afgeleid, kan zich erg kort concentreren en is impulsief.

K heeft een korte spanningsboog, heeft moeite met sociale contacten en kan non-verbale communicatie niet goed interpreteren.

Door het gebrek aan kennis bij de docenten over de juiste aanpak vallen deze leerlingen tussen wal en schip. De docent raakt uitgeput in zijn mogelijkheden en is continu op zoek naar een adequate manier van lesgeven, zodat de lesstof bij iedere leerling binnen komt.